Vrijdag 12 juli bindt Nikki van Bergen (1992) zich voor de laatste keer in voor een wedstrijd. De Amsterdamse heeft de beslissing genomen te stoppen als (internationaal) wedstrijdklimmer, na vijftien jaar op topniveau te hebben gepresteerd. Daarmee zwaait een icoon van de Nederlandse klimwereld af en dat afscheid van het wedstrijdcircuit laat een leegte achter waar geen vanzelfsprekende opvolger voor aan te wijzen is. We zijn benieuwd hoe Nikki tot haar beslissing is gekomen en vroegen haar aan de vooravond van haar laatste wedstrijd, de World Cup in Chamonix, –elf jaar geleden haar eerste World Cup– om dat met ons te delen.
“Van Bergen is onze beste sportklimster richting Tokio 2020” stond er op NOS.nl en aan het Parool liet je weten dat de Olympische Spelen HET doel was voor je. Wat is er veranderd?
“Er is vrij weinig veranderd, maar er is in de tussentijd wel veel gebeurd. Twee jaar geleden liet ik mijn knie opereren met als doel nog één keer vol te knallen en me te plaatsen voor de Spelen. De grootste uitdaging daarin was me aan te passen aan de nieuwe stijl van boulderen en speed te leren klimmen. Begin dit jaar was mijn knie voldoende hersteld om er vol tegenaan te gaan. Ik investeerde het grootste deel van m’n trainingstijd aan Boulder en Speed. Na de eerste Boulder World Cups waaraan ik meedeed, bleek echter dat de achterstand in deze discipline te groot was. Plaatsing voor de Spelen was daardoor geen realistisch doel meer. De keuze is daardoor makkelijker gemaakt dat dit, na ruim vijftien jaar wedstrijdklimmen, een mooi moment is om te stoppen.”
Als de Olympische organisatie had besloten dat klimmers apart voor de Olympische lead, boulder en speed titel konden strijden, was je dan doorgegaan met wedstrijden en trainen?
“Pfoe, moeilijke vraag! Dat zou wel heel tof geweest zijn. Wat ik trouwens wel heel mooi vind aan het huidige format is dat de disciplines, die naar mijn idee flink uit elkaar aan het drijven waren, weer bijeen komen. Er is weer meer waardering voor elkaar en ik heb het idee dat de klimwereld, of in ieder geval de wedstrijdwereld, weer wat herenigd wordt.”
“Dan terug naar de vraag. Sowieso was de kans op plaatsing voor de Spelen voor alleen Lead een stuk groter geweest en zou die nu, met het leadseizoen, pas beginnen. Daar zou ik dan zeker voor gegaan zijn. Toch denk ik dat het uiteindelijke plan hetzelfde was gebleven: stoppen na de Spelen of na dit jaar als plaatsing voor de Spelen niet zou lukken. Er zijn steeds meer dingen die ik belangrijk vind en waar ik graag meer tijd aan zou willen besteden. Daarnaast professionaliseert de sport enorm op het moment, waardoor combineren erg lastig is. Dit begon de laatste jaren steeds meer te knellen en is eigenlijk de belangrijkste reden om een punt te zetten achter mijn wedstrijdcarrière.”
Hoe reageerde je omgeving op je keuze? En wat waren de reacties van andere topklimmers op jouw besluit om te stoppen met wedstrijden?
“Heel wisselend. De mensen die echt dicht bij staan, wisten natuurlijk al langer dat dit speelde en waren ook onderdeel van het proces tot het maken van deze keuze. Verder waren de reacties heel wisselend: ‘Wat een dappere keuze’, ‘Snap ik, wat een mooie carrière heb je gehad’, ‘Ik had het wel aan zien komen’ of juist ‘Wat? Waarom?’ Uiteindelijk blijft het een weloverwogen keuze die ik heb gemaakt om gepassioneerd en gemotiveerd met klimmen bezig te kunnen blijven, alleen nu op een iets andere manier.”
Ben je bang dat je de druk, spanning en kick van wedstrijdklimmen zal missen?
“De druk niet. Het lijkt me heerlijk om straks vrij te zijn van alle verwachtingen en oordelen die mensen over me hebben. Om gewoon te kunnen klimmen voor m’n plezier en lekker m’n eigen ding te kunnen doen. De spanning zal ik in eerste instantie niet missen, maar die zorgt juist wel voor die enorme kick die je krijgt als op het juiste moment alle stukjes op hun plek vallen en je de sterren van de hemel klimt. Die kick is het enige wat ik echt zal missen en waarvan ik ook best een beetje bang ben dat ik die nooit meer ergens zal ervaren. Hopelijk misschien buiten in een dik project.”
Je behoorde tot de beste twintig leadklimmers van de wereld. Wat waren je doelen toen je ooit begon met wedstrijden? En zijn die veranderd in de loop der tijd?
“Terugkijkend had ik dit sowieso nooit kunnen dromen. Ik weet nog dat de regionale selectie een keer langskwam in de hal waarin ik klom en dat ik aan m’n ouders vroeg: ‘Oh mam, denk je dat ik daar ooit bij zal horen?’ Mijn moeder lachte en antwoordde ‘Wie weet Nik’. We hadden geen idee. Ik was vroeger erg verlegen en bescheiden en durfde niet zo goed groots te dromen. Toen ik in Jong Oranje kwam, werden een keer in een finale van een World Cup te staan en buiten 8c te klimmen mijn dromen. Toen ook die dromen werkelijkheid werden, bedacht ik dat het tijd was om eens echt goed droomdoelen te gaan stellen. Een heel seizoen consequent World Cup-finales klimmen, de Olympische Spelen, buiten 9a klimmen. Die eerste twee zullen mooie dromen blijven. Met die laatste ben ik voorlopig nog niet uitgespeeld…”
Terugkijkend: met de ervaring van nu, is er iets dat je anders zou doen? Wat zou je jonge wedstrijd klimmers willen meegeven?
“Ik zou niets anders gedaan hebben. Ik heb altijd geklommen vanuit passie en ik denk dat dat me zo ver gebracht heeft. Wat ik jonge wedstrijdklimmers mee zou willen geven: doe de dingen waar je plezier aan beleeft, die je motiveren, je gelukkig maken en waar je nooit genoeg van kan krijgen. Als je hebt gevonden wat dat is, stel jezelf hierin dan een motiverend doel en doe er vervolgens alles aan om dat doel te behalen. De belangrijkste les die ik geleerd heb in de afgelopen jaren is dat alles mogelijk is als je het écht, écht wil en er heel hard voor werkt.”
Hoe kijk je naar de toekomst van het Nederlands wedstrijdklimmen en ga je daar een rol in spelen?
“Als ik terugkijk naar hoe de sport ervoor stond toen ik begon met wedstrijdklimmen en waar we nu staan zie ik een enorme vooruitgang. Er is een harde kern van mensen die er hard aan werken de sport vooruit te helpen en daar op veel vlakken echt in slagen. Toch zijn er op verschillende vlakken nog veel dingen die beter kunnen. Ik hoop daar met mijn ervaring als wedstrijdklimmer en kennis als bewegingswetenschapper een bijdrage aan te kunnen gaan leveren de komende jaren.”
Nikki stapte in totaal acht keer als Nederlands kampioen Lead op de hoogste tree en mocht zich tweemaal Nederlands Kampioen Boulder noemen. Internationaal noteerde ze diverse top tien-klasseringen bij World Cups en andere internationale kampioenschappen. Nikki is lange tijd onderdeel geweest van het Nederlands Team Sportklimmen. Na haar studie Bewegingswetenschappen aan de Vrije Universiteit Amsterdam werkt ze nu als researcher, verbonden aan het project Meta Grip.
De NKBV interviewde Nikki ook over haar besluit >>> Lees interview