Het Nationaal park Peak District ligt tussen Manchester en Sheffield en geldt als paradijs voor klimmers, boulderaars, hikers en fietsers. Het gebied beslaat zo’n 1455 vierkante kilometer en dat is meer dan acht keer het hele bos van Fontainebleau groot. Waar begin je dan? Gelukkig woont klimvriend Jur al tien jaar in Sheffield en kunnen we een paar dagen achter hem aanlopen.
Het is eind april en dat is, samen met de eerste weken van mei, de beste tijd om in de Peak te boulderen. Het is rustig, niet te koud of warm, er zijn relatief veel droge dagen en heel belangrijk: er zijn nog geen midges. Het midges-seizoen begin ergens in mei en loopt tot in september. Deze agressieve steekvliegjes kunnen je buitenspeelplezier grondig verprutsen. Wij hebben meerdere midge plagen overleefd in Schotland en Nieuw Zeeland (waar ze sandflies worden genoemd) en doen er alles aan het midge seizoen over te slaan. U bent gewaarschuwd.
De Peak District is een wijds, zeer heuvelachtig natuurgebied vol veengrond, dramatische uitstulpingen, kloven en unieke rotskammen van gritstone. Hoewel er ook een aantal kalksteen gebiedjes te vinden zijn is het merendeel van de rotsen in de Peak van grit. Gritstone is grofkorrelig zandsteen waar soms mini-kiezels uit steken die als voettrede dienen.
Gritstone is veel groffer van structuur dan het zandsteen van Fontainebleau (denk graniet met een vleugje conglomeraat) en maakt de huid van je vingers sneller kapot. Maar de gritstone blokken van de Peak hebben ook prachtige lijnen, sierlijke arêtes en bizarre gaten.
Aan de top-outs moeten we even wennen. Waar je op de rondingen van Fontainebleau al snel een randje of uitstulpinkje hebt om op te staan, zijn de blok toppen in de Peak vaak helemaal greep- en tree-loos. Toch kun je op de grove structuur vaak blijven staan en jezelf uitduwen vanuit je handpalmen. Vertrouwen op je voeten is hier essentieel en het hebben van stalen zenuwen is ook prettig, want er zijn een hoop highballs in de Peak.
We beginnen bij een klassiek gebied in de buurt van Sheffield: Stanage Plantation. Kijk je heuvelopwaarts, dan zie je een lange rotskam met gestapelde blokken waar trad-klimmers bezig zijn. Met trad (of traditional climbing) maak je gebruik van nuts & friends en voor de meeste Engelsen geldt het als de enige juiste vorm van klimmen. Je vindt nauwelijks haken in de rosten van de Peak, maar wel veel spleten, wat een van de redenen is dat het gebied zo populair is bij trad-klimmers.
We houden het deze week bij boulderen en stappen ons eerste plaatje in. Het is een on-Engels warme paaszondag en we kunnen ons geluk niet op. Het tweede plaatje is al even prachtig als de eerste en het weidse uitzicht is schitterend. We moeten, net als in Bleau, weer even wennen aan het op de voeten vertrouwen en halen in paniek onze onderarmen en knieën open in de uitklim. Het betere uitdruk-werk laten we aan Jur over, wij knijpen liever dan we duwen. Het duurt nog een paar dagen voor we in de gaten hebben hoe goed het werkt om bij de top even je hand om te draaien.
Onze Peak District Bouldering topo bestelde we vooraf bij Bol. Dit bijna 500 pagina dikke boek gebruikt Bleau-gradering in plaats van de V-scale grade van de Amerikanen. De toegangspaadjes tot de boulders kloppen niet altijd, maar omdat bijna alle bouldergebieden heel overzichtelijk op een grote helling geplaatst zijn, kun je de weg meestal prima vinden. Bovenaan de helling vind je de tradklimroutes en daaronder liggen de boulders in groepjes. Hier en daar liggen verder doorgerolde blokken met goed gekozen namen als The Pebble, The Tank of The Lone Boulder. Ook de blokken clusters hebben eigen namen en dat is reuze handig. De blokken liggen namelijk verder uit elkaar dan de blokken in Fontainebleau, dus ga je op zoek naar een groep blokken of een enkel blok in plaats van een specifiek boulder probleem op een van die blokken.
Je loopt vaak heuvelop het gebied in. Parkeren doe je langs de weg, of bij de wat populaire klim-en hikeplekken, op een betaalde parkeerplaats. Neem hiervoor wat muntjes (ponden!) mee, de betaalautomaten die wij tegen kwamen namen geen kaarten aan. De paadjes zijn hier en daar wat zompig (zelfs na twee weken zonder regen!), maar prima te bewandelen en het uitzicht is zo mooi dat je vergeet dat je soms best een tijdje omhoog aan het lopen bent.
In Engeland overheerst de pub-cultuur en dat is geen plek voor goede koffie. Wij dronken op een regenachtige dag in de Climbing Works onze eerste goede flat white. Na het boulderen duik je de pub in voor je eerste pint. Pub dinner is goed en vet en bevat weinig groente. Maar in de pub is het warm, droog en gezellig en leer je de Engelsman op zijn best kennen.
De meeste boulder en klimgebieden van het langgerekte Peak District liggen aan de rechterkant, dus overnachten doe je liever in Sheffield, niet Manchester (waar je wel op vliegt) of zoals wij deden, in een huisje middenin de Peak. Er zijn staan genoeg betaalbare cottages op AirBnB en voor een full Peak experience kies je er eentje in een klein gehucht met een goede pub op loopafstand. Wij zaten in Foolow waar zelfs vier vegetarische maaltijd opties op de menukaart stonden, naast de gebruikelijke fish & chips with mushy peas en een eindeloze lijst vleesgerechten en pies. Yorkshire pudding is overigens geen dessert maar een grote kom van luchtig deeg waar geroosterd vlees en groente in gaat waarna het geheel wordt overspoelt met jus. Niet geschikt als lichte maaltijd.
Hathersage (vlakbij de gebieden Stanage en Burbage) heeft twee goede buitensportwinkels, Alp Kit (waar je ook crashpads kan huren) en Outside en je vindt er een goede lunch en koffie plek: Coleman’s Deli. Je kunt ook bij the Climbing Works terecht voor het huren van een pad. Als het regent klimt iedereen in deze boulderhal in Sheffield. The Works bestaat al 11 jaar en is de thuishal van boulder-heldin Shauna Coxsey. Ze hebben twee Beastmaker Motherboards en een Beastmaker campusboard. De hal is oud, de grepen ook, er zijn weinig zitplaatsen en geen kleedkamers. Maar de routes zijn goed en de sfeer is uitstekend. Deze hal is van en voor klimmers en daar draagt de non-commerciële uitstraling aan bij.
De recent geopende Depot is de grootste boulderhal van Sheffield en deze voelt meer als een commerciële sporthal. Hij is echter wel lekker ruim opgezet, het is er schoon en er zijn kleedkamers en douches. Er ligt net als in de Climbing Works tapijt op de valmat. In elke pub, hotel en huisje waar we kwamen lag overigens ook tapijt. Thee, tapijt en tot de rand getapt bier. De Engelsen kunnen niet zonder.
Conclusie? De Peak biedt klimmers een enorme en gevarieerde hoeveelheid boulders in een prachtige omgeving. Je vindt er genoeg in alle moeilijkheidsgraden. Er zijn veel highballs en de uitklim is niet altijd even veilig, maar ook als je de boulders in deze categorieën skipped zijn er zoals de topo ook stelt: ‘…a lifetime’s worth of bouldering to waste your time on’. Voor een geweldige Peak bouldering ervaring moet je mazzel hebben met het weer. Maar door de open ligging van de gebieden zijn de boulders wel snel droog. Neem een goede regenjas mee en trek veel laagjes aan. De wind is chilly maar als die voorjaarszon doorkomt is hij goed warm!