Wedstrijdklimmer Tiba Vroom (19) wil bij de wereldtop horen. Dat betekent dat ze dit wedstrijdseizoen het doel heeft één keer in de halve finale van een IFSC Boulder World Cup te staan. Ze nam hiervoor een tussenjaar van studie en traint 5 dagen in de week, meestal twee keer op een dag. Dat werpt niet alleen op plastic vruchten af; onlangs tikte Tiba in Fontainebleau La Bérézina (7c) af. En volgend jaar? “Nog een tussenjaar!”
We ontmoeten Tiba in een bakkerszaak om de hoek bij de Leidse Breestraat waar we achterin aan een grote houten tafel plaatsnemen. Het tussenjaar en de focus op wedstrijdklimmen komen al snel ter sprake. “Vorig jaar heb ik mijn vwo afgerond en merkte ik hoe lastig ik het vind om het trainen te combineren met school. Daarom ga ik nu 100 procent voor het klimmen. De ambitie is om bij de wereldtop te horen. Studeren kan altijd nog,” vertelt ze. Welke studie dat dan zou zijn? “Daar heb ik eerlijk gezegd nog niet uitvoerig over nagedacht, maar filosofie lijkt mij heel interessant.”
Potentie die ambitie rechtvaardigt
Voorlopig staat alles in het teken van wedstrijdklimmen. En hoe vastberaden Tiba is, blijkt wel uit het feit dat ze twee opeenvolgende tussenjaren neemt. Ze bewijst zichzelf ook keer op keer goede diensten en weinig reden om een andere weg in te slaan. Met een mooie ticklist, meerdere titels en goede klasseringen in zowel nationale als internationale jeugdwedstrijden en haar aanwezigheid bij vier World Cups in het vorige seizoen, bewijst ze de potentie te hebben die haar ambitie rechtvaardigt. Dit jaar staat ze wederom op de startlijst van meerdere World Cups; de dag voordat we haar spreken in haar geboortestad bemachtigde ze bij Boulder 3 haar wildcards voor de World Cups van 2019.
Beste beslissing voor ontwikkeling
Die wildcards zijn nodig omdat Tiba geen onderdeel van het Nederlands team is. Tot aan haar overstap van de junioren naar de senioren vorig seizoen was ze dat wel. Dit seizoen en de komende drie, vier seizoenen zijn voor haar cruciaal in de ontwikkeling van het wereldtop-niveau waar ze naar streeft. Samen met haar trainer Jörg Franken werkt ze hard om beter te worden. Het duo gaat lang terug en werkte al eerder samen bij West Coast Climbing, wat nu is omgedoopt tot Revolt. Ze traint vaker en harder dan ooit. Tiba: “Samenwerken met Jörg als mijn personal trainer is één van de beste beslissingen voor mijn ontwikkeling als wedstrijdklimmer geweest. Door die begeleiding en de hoge intensiteit van mijn trainingen ben ik in relatief korte tijd sterker en beter geworden. Ik ben ook beter in het nemen van rust geworden. Klimmen is vanaf mijn ongeveer mijn 13e een groot onderdeel van mijn leven, maar de laatste twee jaren domineert het echt alles wat ik doe. En dat ben ik nog lang niet zat, want ik ben dol op de lifestyle.”
Hier zie je hoe Tiba La Bérézina bedwingt.
Kosten uit eigen zak
Wij willen het graag over het Nederlands team hebben, maar voor Tiba is dat nu niet zo relevant. Ze vertelt: “Dat ik niet in het Nederlands team zit, betekent niet dat ik geen advies of ondersteuning meer krijg. Bij wedstrijden spreek ik oud-teamgenoten en de trainers en ik kan altijd bij ze terecht voor vragen. Dat gaat super goed.” Bij de afgelopen World Cup in Meiringen is ze ook niet te onderscheiden van de andere klimmers, die verder allemaal wel onderdeel van het team zijn –op assistent-bondscoach Elko Schellingerhout na. De wildcards geven haar de mogelijkheid deel te nemen aan de World Cups, maar de kosten moeten uit eigen zak betaald worden. Voor selectieleden van het Nederlands team is dat anders geregeld. Vorig jaar vergoedde de NKBV voor Tiba een deel van de kosten.
Nederlands team
Met het oog op de huidige stand in de kwalificaties van het Nederlands kampioenschap is het niet ondenkbaar dat Tiba volgend seizoen als senior in het Nederlands team komt. Het huidige selectiebeleid is namelijk door de NKBV zo neergezet dat de titelhouders van de afzonderlijke disciplines automatisch onderdeel zijn van het Nederlands team. Tiba vertelt dat het winnen van het NK een doel is –hoewel niet het allerbelangrijkste– maar dat plaatsing voor het team geen doel op zich is. Het podium waar ze wil schitteren is vooral het internationale podium en de wildcards verschaffen haar die mogelijkheid.
Concurrentie in Nederland
Hoewel Tiba’s focus dus niet ligt bij de nationale wedstrijden, domineert zij samen met Vera Zijlstra wel de tussenstand in aanloop naar het NK van 15 juni. Het stuivertje wisselen tussen de ervaren Vera en Tiba belooft voor spektakel te gaan zorgen in boulderhal Grip in Nijmegen, want beide klimsters zijn in zeer goede doen. Lynn van der Meer komt met twee derde plekken het dichtst in de buurt qua vorm. Dat betekent natuurlijk niet dat het NK zelf al beslist is, maar het toont wel het enigszins smalle veld bij de vrouwen, hoewel er genoeg talent rustig aan op de deur klopt. Zo wist de veertienjarige Lisa Klem een zesde plek te bemachtigen bij Boulder 2 en was zij recent ook in de finale te bewonderen bij de wedstrijd Dockmasters in Energiehaven. Desondanks blijft het opvallend dat het gat tussen de plekken 1 en 2 met de rest zo groot is. Tiba: “Het zou daarom echt te gek zijn als er een plek is waar wedstrijdklimmers samen kunnen trainen op competitie-stijl boulders. Natuurlijk zijn er veel mooie hallen in Nederland met hoge kwaliteit routes en boulders, maar zij zullen nooit investeren in de faciliteiten die wel nodig zijn om een nog hoger niveau te halen, niet alleen voor de huidige generaties maar ook die van hierna.”
Beheerst klimmen
Afgelopen maart bereikte Tiba de halve finale van seizoensopener Studio Bloc Masters 2019. In een sterk deelnemersveld waar het Sloveense fenomeen Janja Garnbret domineerde, is dat een indrukwekkende prestatie. Ze laat daarmee zien dat ze op het internationale podium groeistappen maakt. Het doel om een halve finale bij een World Cup dit seizoen te halen, is daarmee ook een stuk reëler geworden. Niet in de laatste plaats omdat Tiba inmiddels geen groentje meer is. Tiba: “Vorig jaar was ik vooral bezig met het verwerken van alle indrukken die op me af kwamen. Focussen en beheerst klimmen was niet makkelijk,” vertelt Tiba. “In Meiringen –haar debuut op het World Cup-circuit– moest ik behoorlijk wennen. Bij de laatste World Cup in München vorig seizoen was ik veel minder onder de indruk en topte ik zelfs boulders. Dat geeft mij wel het vertrouwen dat ik meer kan dan ik tot nu toe heb laten zien. Ik ben nu absoluut sterker dan vorig seizoen; daar ligt het niet aan. Het is belangrijk dat ik bij de wedstrijden die er nu aankomen, mezelf bij elkaar kan houden en kan concentreren.”
Beste Nederlandse dame
De eerste World Cup van dit seizoen in Meiringen, Zwitserland was de eerste test. Via WhatsApp laat Tiba weten: “Zeker tevreden met hoe ik heb geklommen! Niet echt terug te zien in de uitslag, maar ik heb het gevoel dat ik wel meerdere tops had kunnen hebben.” Bij de World Cup in Moskou zijn de prestaties wel terug te zien in de uitslag; Tiba eindigde hier 25 plekken hoger dan in Meiringen en daarmee als beste Nederlandse dame.
Focus behouden is het belangrijkste
Bij wedstrijdklimmen moet alles samenkomen en de goede kant op moet vallen. Zoals Tiba zelf aangeeft; ze is sterker geworden, maar pieken op het juiste moment is nog belangrijker. Een strategische benadering en de goede mindset helpt daarbij. Dat is ook wat Tiba probeert mee te geven aan jeugdklimmers. Tiba: “Ik ben bij jeugdwedstrijden als coach actief. Met de wedstrijdervaring die ik heb, probeer ik jonge klimmers zo goed mogelijk te helpen. Dan vertel ik bijvoorbeeld dat ze een plaat in de kwalificatie niet als laatste moeten bewaren. Dat lijkt slim zodat ze meer tijd hebben voor de zware boulders, maar vaak loopt het tegen het einde bij plaatjes helemaal vol. En focus behouden; dat is het belangrijkste bij een wedstrijd. Je bent fysiek fit, maar de truc is om het eruit te laten komen als het moet.”