Ben
Dave Jones

Opnieuw Ben Moon

30 jaar nadat de Brit Ben Moon de eerste 8c van Frankrijk opende, keerde Ben terug naar Buoux. Moon Climbing maakte een korte film over Ben’s flitsbezoek waarin hij enkele klassiekers herhaalt en reflecteert over zijn weken in Buoux waarin hij met die andere Britse legende, Jerry Moffatt, de grenzen van het sportklimmen verlegde. De passen van de route Agincourt kostte Ben in 1989 zeventien dagen om uit te werken. Om lippendienst te bewijzen aan zijn eigen strijd vernoemde Ben de route naar de gelijknamige veldslag tussen de Fransen en Engelsen – die tweede ruim in de minderheid – in 1415 als onderdeel van de Hundred Year War.  

Bart van Raaij en Arnold Pippel, de makers van het legendarische Bl.ad o.ver k.limmen (BLOK), waren in 2008 (!) op bezoek bij ‘The Master’/ ‘De sterkste klimmer ter wereld’ en schreven daar een mooi stuk over. Wij mochten dat herpubliceren.


BEN

Ben Moon is de enige klimmer die het nieuws van meerdere klimbladen haalde omdat hij naar de kapper ging. Toen Ben in 1994 besloot zijn lange rasta’s te verruilen voor standje 1 van de tondeuse gingen foto’s daarvan de wereld over. Echt bekend werd hij bij het grote publiek toen in 1996 de eerste lange boulderfilm ooit verscheen; The Real Thing. Maar voordat een klimblad inzoomt op je haar, een producer inziet dat een film over je vakanties geld kan opleveren of een tijdschrift je als klimmer in de top vijftig van meest begeerde vrijgezellen van Engeland plaatst, zal je wel een aantal spraakmakende beklimmingen op je naam moeten hebben staan.

Dominator v12/13, Yosemite 1993

De kennismaking
Het is in augustus 2007 prachtig weer en daarom is het druk op het terras voor Hotel New York in Rotterdam. Met moeite is er een tafel te bemachtigen en de bediening ergert zich eraan dat we een half uur lang een tafel bezet houden. Maar dan is toch in de verte het bekende postuur van Ben Moon te zien, en ondanks zijn zonnebril, is zijn grijns en later zijn hoge stem duidelijk herkenbaar. Ben en zijn vrouw Jo zijn een paar dagen in Nederland omdat Ben is uitgenodigd door de organisatie van BAZ! 2007. Ze maken van de gelegenheid gebruik om ook enkele Nederlandse klimhallen waaronder de destijds kersverse boulderhal Monk (versie 1) te bekijken. Daarna rijden Ben en Jo door naar Zwitserland om er te boulderen. Gelukkig vinden ze het leuk om een middag naar Rotterdam te komen voor een gesprek.
Ben blijkt helemaal niet de arrogante, té serieuze topklimmer te zijn die je zou verwachten na het lezen van zijn uitspraken en het beeld dat wordt geschetst in de vele boulderfilms die er over en met hem gemaakt zijn. Ben blijkt rustig, goedlachs, vriendelijk en vooral erg jongensachtig te zijn. En hij praat heel graag over klimmen. We bespreken bijna alle achtstegraads boulders van Fontainebleau. Daarnaast hebben we het over de schoonheid en het waarderen van de topboulders elders ter wereld, zijn bedrijf Moon Climbing en de geschiedenis van Rotterdam. Ondertussen gaan de zaken door; zijn telefoon gaat regelmatig en tijdens onze wandeling door de stad doen we verschillende buitensportzaken aan.

‘The Power of Climbing, it’s enormous! It dictates my entire existence.’

Ben Moon

The Master
Jaren geleden vonden we in een Britse boekwinkel het boek The Power of Climbing (1991). De auteur David Jones beschrijft de toewijding, obsessie, liefde en ontwikkelingvan 46 Britse klimmers. De interviews zijn onderverdeeld in the professionals, the legends, the graduates, the addicts, the hustlers, the elite en the masters. Er zijn volgens de auteur drie masters; het natuurtalent Johnny Dawes, de onsight specialist Simon Nadin en de sterkste van allemaal, Ben Moon.
Internationaal gezien vertegenwoordigde Ben Moon begin jaren negentig de wereldtop samen met klimmers als Ron Kauk (usa), Marc le Menestrel (fra) en Wolfgang Güllich (ger).

Fontainebleau 2007

Fontainebleau
Volgens Ben is Font het mooiste bouldergebied dat er is. Hij is er dan ook ieder jaar minstens één keer. Local Stéphan Denys houdt hem op de hoogte van de mooiste nieuwe problemen. In oktober 2007 is hij een week in Fontainebleau en het leek hem leuk om samen een voor ons nog onbekend gebied te gaan bekijken. In het gesprek tijdens de wandeling naar de blokken blijkt dat hij van de week een blessure heeft opgelopen aan zijn pink, klimmen zit er voor hem dus deze week niet meer in. Samen struinen we over de heuvels op zoek naar de blokken. Na een paar keer heen en weer lopen hebben we alle boulders gevonden. Een paar we- ken later schrijft Ben een mail met de tekst: My finger is not too bad but the weather is horrible and I have had no motivation.

Choucas 8a+, Buoux 1985

De sterkste klimmer ter wereld
Ben Moon werd in juni 1966 geboren in Londen. In 1973 brachten zijn ouders hem in aanraking met klimmen. Begin jaren tachtig ontmoette hij Jerry Moffat, op dat moment de beste klimmer ter wereld. Jerry had in 1983 de eerste Europese achtstegraads route geopend (the Face x- in de Frankenjura). Ben klom een jaar later ook zijn eerste acht door Statement of Youth 8a te openen, één van de eerste routes in Engeland die volledig met boorhaken is afgezekerd. In hetzelfde jaar herhaalde hij de moeilijkste route van Engeland; Jerry’s Revelations 8a (tegenwoordig 8a+ door uitgebroken grepen).

In 1990 tilde Ben het topniveau nog een stapje hoger door na twee jaar werk de eerste 8c+ ter wereld te openen; Hubble op Raven Tor.

In 1986 opende Ben zijn eerste 8b. Die route heeft een bijzondere historie. Zeke the Freak was oorspronkelijk een artificiële route met de provocerende naam Free This You Bastards. Ben nam de uitnodiging aan en klom na drie weken de route vrij. Cris Craggs, de klimmer die de route artificieel geopend had, sloeg daarop enkele grepen uit de wand. Het lukte Ben de route nogmaals te klimmen en hij doopte de nieuwe versie Zeke the Freak. Zijn tweede 8b werd dé standaardklassieker la Rose et le Vampire in hét topgebied van die tijd, het Franse Buoux. De competitie tussen de twee sterkste Engelse klimmers hield nog even aan en kort nadat Jerry dat deed, klom ook Ben de Franse Buoux-trilogie: le Spectre du Surmutant 8b+, le Minimum 8b+ en la Rage de Vivre 8b+. In 1988 absolute wereldtop.

Er was niet alleen een vriendschappelijke strijd gaande tussen Jerry en Ben maar ook tussen de Franse klimscène en de Britse. Vooral tussen de Franse broers Antoine en Marc Le Menestrel en Ben & Jerry. Antoine liet zien wie er halverwege de jaren tachtig de baas was in de sportklimwereld door in 1985 de moeilijkste route van Engeland, Revelations 8a, te soleren! Broer Marc gaf de Britten boulderles door de moeilijkste boulder van Engeland, de als dyno geopende Brad Pit 8b, en voordien door Ben als probleem voor de nieuwe generatie omschreven, binnen enkele pogingen statisch te klimmen en af te waarderen naar 8a.

Maar in 1989 won Ben de Frans-Engelse strijd door in Buoux, op Frans grondgebied dus, Agincourt te openen, de eerste route ter wereld die 8c is gewaardeerd (Wall Street XI- van Wolfgang Güllich werd al in 1987 geopend maar werd pas later als 8c erkend). Ben’s route is genoemd naar een veldslag in 1415 waarin een kleine groep vermoeide Engelsen op Frans grondgebied het veel grotere Franse leger versloegen. In 1990 tilde Ben het topniveau nog een stapje hoger door na twee jaar werk de eerste 8c+ ter wereld te openen; Hubble op Raven Tor.
In 1991 opende Wolfgang Action Directe XI. Op dat moment de moeilijkste route ter wereld. Een Duitse XI is in de Franse waarderingsschaal 8c+ of 9a. Ben moest in het voorjaar van 1992 zijn pogingen om de route te herhalen staken omdat hij er een langdurige vingerblessure in opliep. Zijn reactie: It is, in all certainty, the hardest route in the world.

Shirley’s Shining Temple e5 6c/7a, Stanage 2007

Stanage
Als we in april 2008 voor drie dagen in Engeland zijn, sturen we Ben een sms. Hij vindt het leuk om te komen boulderen in Stanage, hij woont om de hoek in Sheffield. We zijn al opgewarmd als hij de heuvel op komt lopen. Het verbaast me iedere keer dat hij zo iel en verlegen, zelfs een beetje onzeker overkomt. Op een veilige afstand steekt hij vluchtig zijn hand op en groet zacht. Maar het verschil tussen een lopende en een klimmende Ben is groot. Hij warmt op met de overmacht, beweeglijkheid en trefzekerheid van een topatleet. De opwarm-traverse die verschillende zevendegraads boulders combineert, kost hem geen enkele moeite. Het toeval wil dat we net met één van de weinige boulders bezig zijn die hij hier nog niet geklommen heeft. Dat is snel verleden tijd. Bij andere boulders gaat het er niet om óf hij die al geklommen heeft maar hoe váák hij ze al gedaan heeft. Als het slechts een paar keer is, of de laatste keer was lang geleden, dan doet hij hem graag nog een keer. Een paar locals weten toch een recent geopende, hoge 7c-plaat te vinden die hij nog niet kent. Ben heeft voor de spannende Pressure Drop maar twee pogingen nodig. Ook het soleren van Shirley’s Shining Temple e5 6c/7a kost hem weinig moeite. Maar die had hij dan ook een paar jaar geleden en in de nineties al gedaan. Ben sluit af met the Storm 7b+. De locals zijn onder de indruk. Ben is ook volgens hen nog steeds the Master. Het was zijn eerste volle klimdag sinds een half jaar.

Motivatie
Ben is inmiddels de veertig gepasseerd. Hij klimt geen routes meer en hij concentreert zich volledig op boulderen. Zijn vriend Jerry Moffat klimt niet meer en de laatste tijd heeft Ben moeite om motivatie te vinden. Zijn laatste wapenfeiten stammen uit 2006: de flash van de boulder Diaphanous Sea v12 (8a+) in het Amerikaanse Hueco Tanks en het openen van de moeilijkste boulder op grit; Voyager (sit start) 8b+.

BEN MOON
Leeftijd 42 Lengte 5 foot 11 inches Gewicht ‘bang on’ 5 stone (14 Engelse ponden) Aapfactor Geen idee; ongeveer + 2 inches? Eten Thais (spicy) Drinken Goed bier (Duits bier) Auto BMW, past bij mijn leeftijd, verstand komt met de jaren. Ik ben blij dat ik mijn Subaru Impreza Rally en m3, die 240 km/u reed, overleefd heb. Bijnamen Als ik ze had zou ik ze niet vertellen Hoe begin je de dag Met een goede kop koffie Favoriet klimgebied Fontainebleau en de Peak. Als ik één gebied zou moeten kiezen om te wonen dan zou ik Fontainebleau kiezen. Favoriete boulders Onmogelijk te beantwoorden. Brad Pit? Crescent Arete? Favoriete website BBC Laatste cd die je gekocht hebt Kings of Leon, Only by the Night

Voor een gesprek vliegen we half november naar Liverpool. Op de m62 van Manchester richting Sheffield bellen we Ben om een lokatie af te spreken. Hij weet een café tegenover de buitensportwinkel Outside in Heathersage, midden in het Peak District. Gelukkig kennen we de Peak goed en rijden we er zo heen. Er is echter geen café tegenover de Outside. We komen uit bij een theehuis voor bejaarden een paar huizen verderop. Even later zien we Ben druk telefonerend over straat lopen.
Hij bedoelde duidelijk een ander café maar de thee hier is lekker en de taart ziet er goed uit. Ben zit op zijn praatstoel. Met een stuk taart voor ons neus beginnen we het gesprek. Op het moment zijn er Amerikanen in de Peak die in een rotvaart de klassieke routes herhalen. Klassiekers als Parthian Shot, Meshuga, the Groove en the Promise worden in een paar pogingen geklommen en afgewaardeerd. Al snel gaat het gesprek over het waarderen van routes.
Ben: ‘De originele Engelse waardering is eigenlijk bedoeld voor het onsight proberen van zelf af te zekeren routes. Die waardering bestaat uit de e-waardering die een soort overall waardering is en een tweede graad die staat voor alleen de moeilijkste pas in de route. In de e-graad weegt behalve de klimtechnische moeilijkheid ook het gevaar dat je loopt mee. Een e5 6a bijvoorbeeld kan een gevaarlijke 6c+ zijn, maar ook een veilig te klimmen, erg continue 7b.
De traditionele e-waardering gebruik je alleen voor zelf af te zekeren routes. Behaakte routes krijgen gewoon een Franse graad. Tegenwoordig werkt bijna iedereen een route uit, crashpads maken de eerste meters veiliger en zijn de tussenzekeringen van tevoren aangebracht en getest. Hierdoor loop je als klimmer aanzienlijk minder gevaar en is eigenlijk de e-graad niet meer van toepassing. We zouden moeten overwegen om alle routes gewoon Frans te waarderen met de toevoeging van een symbool voor routes met een veilig, een gevaarlijk en een mogelijk dodelijk karakter. De Amerikanen hebben een vergelijkbaar systeem (s safe, r runout, x death potential).
Volgens mij wordt er vanwege de publiciteit tegenwoordig té hoog gewaardeerd. Ik vraag me af of we het niveau e12 al wel bereikt hebben. Hubble bijvoorbeeld zou in de Engelse schaal e9 zijn. Het is Steve McClure niet gelukt om Hubble te klimmen, maar hij herhaalt wel in twee dagen Rhapsody e11. De e-graad zegt blijkbaar te weinig over de echte moeilijkheid van een route. Het Amerikaanse systeem zou beter werken, de eerste die Rhapsody onsight klimt, kan de e-graad gebruiken.

Als ik ergens anders zou gaan wonen, in Fontainebleau bijvoorbeeld, zou het klimmen voor mij weer helemaal nieuw zijn.

Je zit nu 26 jaar in de klimwereld, ben je nog steeds gemotiveerd?
Nee. Ik heb nu al een jaar vrijwel niet geklommen. Hier in de Peak heb ik nagenoeg alles gedaan, waardoor ik mijn motivatie ben kwijtgeraakt. Het laatste grote probleem van de Peak was Voyager. Daar heb ik hard voor getraind, maar nu heb ik hierin de Peak geen doelen meer. Het lukt me zonder doelen ook niet meer om mij te motiveren om hard te trainen. Ik klim eigenlijk alleen binnen met een reden, bijvoorbeeld om naar een buitenprestatie toe te werken.
Als ik ergens anders zou gaan wonen, in Fontainebleau bijvoorbeeld, zou het klimmen voor mij weer helemaal nieuw zijn. Daar is voor mij nog zoveel nieuws te doen dat ik mij weer gemakkelijk op zou kunnen laden om te gaan trainen. Of stel dat ik een reis naar de Rocklands had gepland dan zou ik het ook weer kunnen. Maar zoiets zit er voorlopig niet in omdat ik niet zo veel kan reizen in verband met mijn bedrijf en omdat mijn vrouw Jo in verwachting is van ons eerste kind.

Gefeliciteerd!
Je inspireert veel mensen, wie motiveert en inspireert jou?
Toen ik klein was, was ik erg onder de indruk van Colin F. Kirkus. In de jaren dertig was mijn opa een fanatieke klimmer en van hem leende ik Kirkus’ boek Let’s go Climbing. Dat boek had op mij een grote aantrekkingskracht en het inspireerde mij enorm. Op iets oudere leeftijd, ik was een jaar of veertien, nam Ron Fawcett die rol over. Hij was in de jaren zeventig één van de beste van de wereld en hij klimt nu, op 54-jarige leeftijd nog steeds in de Peak. Toen ik zestien was ging ik van school om full time te gaan klimmen. De beste Engelse klimmers, waaronder Jerry Moffat, waren allemaal vijf tot zes jaar ouder dan ik. Het waren mijn helden, ik kwam ze tegen bij de rotsen en we werden vrienden.

Surplomb de la Vallée de la Mée 8a/8a+, Fontainebleau

De meesten van hen zijn gestopt met klimmen. Wie zijn volgens jou nu de sterkste Britse klimmers?
Jerry Moffat is inderdaad gestopt, volgens mij omdat hij niet meer op topniveau kan presteren. Malcolm Smith was ook gestopt maar die is onlangs weer begonnen. Misschien gebruik ik het feit dat mijn oude klimvrienden zijn gestopt wel als excuus om ook niet te gaan klimmen. Het helpt me in ieder geval niet met mijn motivatieprobleem. Een slap excuus eigenlijk want er zijn genoeg anderen om mee te gaan klimmen. Tyler Landman is nu de beste Engelse klimmer.

Is Tyler Amerikaan of Brit?
Tyler heeft Amerikaanse ouders maar hij is in Engeland geboren en hij heeft een Engels accent! Ook James Pearson is erg sterk. [De 18-jarige Tyler herhaalde als eerste de boulders Practice of the Wild 8c en Jade 8c, de 21-jarige James flashte twee 8b boulders en opende de moeilijkste route op gritstone; the Promise e10 7a en hij opende Walk of Life e12 7a]
Je runt tegenwoordig een succesvol bedrijf. Waar leefde je in de jaren tachtig van toen je de wereld rondreisde om te klimmen?De eerste jaren leefde ik van een uitkering. Toen ik achttien was kreeg ik mijn eerste sponsor. In het begin waren dat alleen Asolo-klimschoenen. Met Boreal als sponsor kreeg ik meer materiaal. Nadat nog eens twee extra sponsors zich meldden, kon ik van die inkomsten, 15 tot 20 000 pond per jaar, leven. Ik was één van de eerste Engelse klimmers met een lucratief sponsorcontract.
In Amerika heb ik mensen van Verve leren kennen en daardoor kreeg ik het idee om een eigen kledingmerk op te zetten. Midden jaren negentig ben ik het kledingmerk s7 begonnen.

s7 komt uit de postcode van een wijk in Sheffield waar ikzelf en veel andere klimmers woonden. Niet lang daarna verkocht ik s7 aan het Amerikaanse Pusher. Ik was onervaren en achteraf heb ik er spijt van. Ik heb er weinig voor gekregen, bovendien is het merk uit elkaar gevallen ondanks dat ik een jaar lang met ze heb samengewerkt in Amerika. Het waren erg sterke broeken, ik zie er nog steeds mensen in klimmen!
Terug in Engeland ben ik meteen Moon Climbing gestart. Ik maak kleding, tassen, crashpads en pofzakken. Het is een eenmanszaak, dat betekent dat ik de producten zelf ontwerp, inpak en verstuur. Af en toe werk ik met andere ontwerpers samen en in drukke perioden heb ik tijdelijk magazijnmedewerkers in dienst. Ik maak nu vrijwel dezelfde broeken als die van s7. Mijn producten doen het erg goed in Japan en Scandinavië, maar mijn grootste afzetmarkt blijft Engeland.

Wat zijn de grootste verschillen tussen je leven in de jaren tachtig en nu?
De hoeveelheid klimmen (lacht). Het meeste mis ik de enorme ‘drive’ die ik destijds had.

Het was zo frustrerend dat het me niet gelukt is, dat ik gestopt ben met routes klimmen.

Hoe combineer(de) je werk en het klimmen op topniveau?
Sinds ik geen routes meer klim en alleen maar boulder, kost het klimmen me niet meer zoveel tijd. Je gaat niet zo snel twee uur routes klimmen. Maar om een moeilijke boulder te proberen, heb ik maar anderhalf uur op een dag nodig: het is van mijn huis naar de rotsen vijftien minuten rijden, dan twintig minuten opwarmen, veertig minuten pogingen doen en snel weer naar de zaak.

Waarom klim je geen routes meer?
Ik ben tien jaar geleden gestopt met het klimmen van routes. De belangrijkste reden was mijn Kilnsey-project. Ik heb daar drie jaar specifiek voor getraind. Ik had hem echt bijna geklommen. In mijn beste poging klom ik hem drie meter vanaf de grond uit. Misschien had ik net iets anders moeten trainen. Ik weet het niet. Het was zo frustrerend dat het me niet gelukt is, dat ik gestopt ben met routes klimmen.

Wat zijn je sterke en zwakke punten in het klimmen?
(Ben is lang stil en zit na te denken)

Is je sterke punt dan misschien dat je helemaal geen zwakke punten hebt?Haha, ja, maar schrijf dat maar niet op. Ik ben geboren met goede genen voor klimmen, daar heb ik echt geluk mee gehad. Mijn vingers zijn sterk en ook mijn algemene kracht en motivatie zijn (waren) sterke punten. Misschien zouden een aantal technische aspecten beter kunnen, bijvoorbeeld het lezen van routes en ik heb mij nooit gefocust op onsight klimmen. Dat bleef achter.

Je was een echt trainingsbeest, hoeveel train je nu?
Helemaal niet.

Hoe blijf je dan in vorm?
Mijn vorm is op het moment belabberd. Heb je toch wat trainingstips voor onze lezers?Leer luisteren naar je lichaam. Ga nooit trainen als je moe bent en stop en begin niet plotseling met klimmen, maar bouw het langzaam af en op. Dit alles voorkomt blessures.

Wat kun je zeggen over je klimniveau, blessures, trainings­ methoden en focus in verband met het ouder worden?
Ik verwacht eigenlijk dat ik met dezelfde motivatie als vroeger in staat moet zijn om hetzelfde klimniveau van toen weer te halen. Ik heb eigenlijk steeds minder blessures. Dat komt omdat ik beter heb leren luisteren naar mijn lichaam, omdat ik minder train dan vroeger en omdat ik meer buiten klim. Daarnaast ben ik ook wel verstandiger geworden met de jaren. De laatste blessure die ik had is een gebroken pols bij het voetballen en de laatste klimblessure was een jaar terug, een gescheurd ringbandje in mijn pink.

Wat zijn je doelen voor 2009?
Ik heb geen klimdoelen. Jo en ik krijgen over een paar weken een dochter! Eerst maar eens zien wat dat voor invloed op mijn leven gaat hebben. Wat m o o n climbing betreft maak ik me wel wat zorgen om de kredietcrisis. De afgelopen drie jaren zijn de zaken steeds beter gegaan. Het is mijn doel om er ondanks de crisis voor te zorgen dat moon climbing ook in 2009 een groei doormaakt.

Voyager 8b, Burbage 2005

Is het belangrijk voor je om op een hoog niveau te klimmen om van klimmen te kunnen genieten?
Nee. Ook van 7a’s en 6a’s kan ik genieten. Ik wil nog steeds graag alles klimmen, maar in de Peak zijn er gewoon erg weinig nieuwe dingen voor mij. Als er veel zevens in de Peak zouden zijn die ik nog niet gedaan had, zou ik vanzelf de motivatie om te gaan klimmen weer terug krijgen. En dan zou ik waarschijnlijk ook in die laatste paar moeilijke boulders gaan werken die ik nog niet gedaan heb. Bijvoorbeeld de prachtige, hoge kantboulder Careless Torque 8a.

Wat is het dat boulderen tot je grootste passie maakt?
Moeilijk te zeggen. Het zal met de beweging te maken hebben. Boulderen is niet mijn enige passie. Ik voetbal elke maandag. Het teamaspect van voetbal spreekt me vooral aan. Ook golf ik af en toe met Jerry Moffat en ik wandel graag in de bergen.

Kun je je meest gedenkwaardige klimervaring beschrijven?
Dat is absoluut mijn reis naar Yosemite. Ik was er een maand met perfect weer. Ik kampeerde alleen op Camp 4. Er was vrijwel niemand anders. Ik klom in die maand alle klassiekers van het gebied. Door de prachtige omgeving, de stilte, de sfeer van het kamperen – ik kookte iedere avond op een houtvuur – en het succes van het klimmen, was het bijna spiritueel. Maar ook mijn drie weken in de Himalaya is één van mijn mooiste ervaringen. Ik heb daar op 4500 meter hoogte geboulderd en gekampeerd aan de voet van de Shivling. Het is onwaarschijnlijk hoe groot die Himalaya-reuzen zijn!

Aan de voet van de Shivling, India 1994

Van welke reis droom je nog?
Ik zou graag teruggaan naar Yosemite of de Himalaya. Vooral vanwege de prachtige herinneringen die ik eraan heb.

Hoe zie je het klimmen in de toekomst veranderen?
De laatste twintig jaar is het klimmen erg veel veranderd. De sport is enorm gegroeid. In elke stad zijn nu klimmuren en er is een gigantische keuze aan materiaal. Ik verwacht niet dat de klimsport in toekomst nog zo’n grote stap zal maken als in de afgelopen twintig jaar maar er zijn op het moment erg veel jonge, sterke klimmers. Het is onvermijdelijk dat het klimniveau nog verder zal stijgen. Ook de grote hoeveelheid klimfilms is van invloed op de sport. Die hebben het klimmen bij het grote publiek bekendgemaakt.

Wat is jouw invloed geweest op de sport?
Dat is moeilijk om van mijzelf te zeggen. Ik heb meegewerkt aan veel klimfilms en zeker The Real Thing uit 1996 heeft een wereldwijde invloed gehad. Het was één van de eerste films alleen over boulderen. Behalve over boulderen ging die film ook over de sfeer er omheen. Ik denk dat vooral dat de film tot een succes heeft gemaakt. De eerste echte boulderfilm die ooit gemaakt werd, was overigens One Summer. Deze film maakte ik samen met Ben Pritchard in 1994. [De film start in Engeland en later in de film gaat de vriendengroep het kanaal over ‘to conquer France’. Een paar scenes verder klimt de Fransman Marc Le Menestrel, één van Ben’s vroegere ‘concurrenten’, de moeilijkste boulder uit de film; een mooie verwijzing naar de concurrentiestrijd in de jaren tachtig.]
Hoewel ik het campussen niet heb bedacht – dat heeft Wolfgang Güllich gedaan – heb ik het wel populair gemaakt door het te tonen in video’s en door te schrijven over trainen op een campusbord. Daarnaast was ik één van de eersten die in klimtijdschriften artikelen schreef over boulderen en over specifieke boulders.

Ben zit ondertussen behoorlijk te schuiven op zijn stoel. Hij heeft duidelijk geen zitvlees. Regelmatig kijkt hij door het raam; het miezert. Toch wil hij nog even naar buiten. Het is guur. We rijden naar Burbage. Het is bijna donker als we het pad af glibberen. Op weg naar Bens laatste wapenfeit, de moeilijkste boulder van de Peak, komen we eerst langs the Promise e10 7a, de moeilijkste route van de peak. Die ziet er niet eens onmogelijk uit! Voyager wel. Vage aflopers op een bijna loodrechte dakrand. Het is nauwelijks voor te stellen dat je die grepen kunt fixeren en dat je je lichaam in de juiste positie kunt houden. In het echt ziet de boulder er nog veel moeilijker uit dan op de video’s die we er van gezien hebben.

Die avond eten we op uitnodiging van Ben curry bij een Indiër die nieuw is in de stad. Het is er druk en we praten veel te lang, de oefenwedstrijd Duitsland-Engeland is al een kwartier bezig. Ben scheurt naar huis en de rest van de avond hangen we bij hem thuis op de bank. Gelukkig scoort Terry (de aanvoerder van Bens club Chelsea) in de tweede helft de winnende goal. We kunnen met een gerust hart op zolder gaan slapen.

Ontbijttafel, Sheffield 2008

08:30 We horen Ben naar beneden stommelen.
09:00 Ben maalt verse koffiebonen en hij serveert de uitstekende koffie met melk.
09:30 Jo kookt melk voor de porridge (havermout) die we eten met yoghurt, banaan en bruine basterdsuiker.
10:00 Terwijl Ben aan de ontbijttafel (toast met honing) mail beantwoord, beginnen wij dit interview uit te werken.
12:00 Ben en Jo hebben een afspraak en wij zitten nog steeds aan zijn ontbijttafel dit interview uit te werken. Luisterend naar de nieuwste cd van Kings of Leon. Aan de muur ontdekken we schilderijen van zijn vader, Jeremy Moon (zijn schilderijen blijken in de Tate Gallery te hangen). Het is droog, we willen zo nog wel even klimmen!
13:00 Jo gaat werken en wij rijden met Ben mee naar zijn bedrijfspand. Onderweg stoppen we bij een bakker met Franse allure voor gebak en een broodje. Ben heeft een flinke loods waar alle Moon Climbing producten netjes geordend zijn. Stapels crashpads en dozen vol shirts… Zelf kruipt hij achter zijn beeldscherm.
14:15 Ben is klaar met werk en met moeite kunnen we hem volgen naar de rotsen. We rijden naar Burbage West waar we de klassieke West Side Story willen proberen.
14:30 We staan onder de rotsen. Ben vraagt ons hem niet uit te lachen… Vervolgens klimt hij rondjes om ons heen en ons lukt helemaal niks. Ben maakt zich vooral zorgen om de wisselkoersen. De pond staat erg laag. Wat is het juiste moment om voor de nieuwe collectie in te kopen?
15:41 Snel de auto in. File bij Glossop. Files bij Manchester. Ons huurautootje moet alles geven als de weg weer vrij is…
18:32 We rijden de parkeerplaats van John Lennon Airport op. Over een half uur vertrekt onze vlucht.


Tekst: Bart van Raaij en Arnold Pippel
Foto’s: Bart van Raaij en Moon Climbing archief
Dit artikel verscheen in de december editie van BLOK van 2008.

Dank aan Moon Climbing

Literatuur
The Power of Climbing, David B. A. Jones, Vision Poster Company, 1991
Rock Stars, Heinz Zak, Bergverlag Rudolf Reuter, 1995

Video’s
One Summer, Ben Pritchard en Ben Moon, 1994 (trailer)
The Real Thing, Simon Tucker, Positive Power, 1996 (Hier kijk je die op Youtube)
Hard Grit, Richard Heap en Mark Turnbull, Slackjaw Film, 1998
Stone Love, Richard Heap en Ben Pritchard, Slackjaw Film, 2001
Stick It, Ben Prichard en Richard Heap, Slackjaw Film, 2001
Dosage i i i, Big Up Productions, 2005
Winter Sessions, Crabsticks Productions, 2006